Vragen? Bel 06 – 160 749 53 of mail mij info@jarnoduursma.nl

Vragen? Bel of mail mij

In je leven of in je werk zijn er van die thema’s die steeds blijven terugkomen. Onderwerpen die je boeien of zelfs thema’s die een rode lijn blijken te zijn in alles wat je doet. Mijn rode lijn bevindt zich in het gebied van de scheidslijn tussen de virtuele en de fysieke wereld, die steeds vager wordt. 

Software is eating the world

Als mensen digitaliseren wij steeds meer en daarmee tegelijkertijd ook onze leefwereld. ‘Software is eating the world,’ zei Marc Andreessen al in 2011. En hij had het bij het juiste eind. Slimme software eet de wereld op. Slimme software eet mensen op. De wereld van atomen en bits smelt in elkaar en grens tussen de reële en de digitale wereld lost zich op.

Als gevolg van mijn interesse schreef ik in 2017 al het boek De digitale butler: kansen en bedreigingen van kunstmatige intelligentie. Dat behandelt hoe steeds meer menselijke vaardigheden worden versterkt, aangevuld of vervangen door slimme software. Menselijke vaardigheden als kijken, luisteren, lezen, spreken worden steeds meer het domein van slimme machines, die almaar doorleren op basis van voorbeelden. 

De opkomst van creatieve software

Dat roept vragen op. Wat kunnen wij als mens heel goed? Wat kunnen juist machines heel goed? Moeten we dan alles maar door de machine laten doen? Wat blijft er voor de mens over? Vooral dit grensgebied boeit mij mateloos. Het dwingt ons als mensen na te denken over onze eigen kwaliteiten en over onze toegevoegde waarde. Kunnen we menselijke vaardigheden ‘ontleren’? Of is dat onverstandig? Want: welke delen van onze ‘menselijkheid’ raken we onderweg kwijt? 

Een belangrijke fase in de versmelting tussen mens en slimme software is de opkomst van creatieve software. Hierover ging mijn rapport: Machines met verbeeldingskracht, een kunstmatige realiteit in 2019. Anno nu is dit een levendige trend geworden. Generatieve software is zo ver ontwikkeld dat het geleid heeft tot een explosie van creativiteit. 

Tekstcommando’s creëren afbeeldingen, video’s, menselijke stemmen, muziek, computercodes en teksten. Slimme softwaresystemen zijn in staat zelf nieuwe media te genereren, de zogenaamde synthetische media. De scheidslijn tussen wat een mens creëert en slimme software creëert wordt non-existent. Slimme software creëert video’s, menselijke stemmen, een tekst voor een folder of advertentie. Maar ook nieuwe foto’s, bedrijfsideeën, apps, personages, advertentieteksten. 

Een oneindige ideeënmachine

Software zal ons de komende jaren steeds meer overspoelen met nieuwe ideeën, nieuwe invalshoeken, nieuwe perspectieven, nieuwe afgeleiden. Kunstmatig intelligente software als extern creatief brein. En oneindige ideeënmachine. Slimme software als creatieve assistent: machines met verbeeldingskracht creëren een kunstmatige realiteit.

Kun je nog je ogen en oren vertrouwen?

De scheidslijn tussen echt en nep is daardoor ook aan het verdwijnen. Kun je nog je ogen en oren vertrouwen? Doet het er überhaupt toe of iets is geschreven door een slimme software tool of door een mens? Doet het er nog toe of een kunstwerk is gemaakt door software of door een mens? Worden wij mensen door deze ontwikkelingen juist creatiever of juist niet? Leren ze ons creatief te denken of worden we eerder lui en minder creatief? En verliezen we niet de waarde van het proces wanneer we steeds maar bezig zijn met het eindresultaat? Zit geluk, persoonlijke groei en mindfulness niet in het maken, creëren? En past ‘tekst-to-image’ software door het grote gebruikersgemak stiekem in het rijtje van thuisbezorgd, flitsbezorgers en fast food?

Paar jaar geleden heb ik mijn eigen avatar gemaakt en het is me gelukt mijn eigen stem te klonen. Ook dat is een goed voorbeeld van de steeds dunner wordende scheidslijn tussen echt en nep, tussen kunstmatig en fysiek. Betekent dit dat ik digitaal onsterfelijk ben geworden? Of is dat slechts een oppervlakkige, vluchtige gedachte?

Metaverse

In 2022 staan we op de drempel van de fase waarin de digitale wereld nog meer zal versmelten met de fysieke wereld: de metaverse wordt de toegang tot virtuele werelden. Een gedeelte van het huidige internet wordt driedimensionaal. Een wereld wordt gecreëerd waarin wij als avatar rondlopen, de gedigitaliseerde versie van onszelf. Het ultieme voorbeeld van de verdampte scheidslijn tussen onze fysieke verschijning en de gedigitaliseerde versie. Wij zijn vanaf dat moment digitaal geworden. 

We zullen ons in allerlei verschijningsvormen kunnen presenteren in de driedimensionale virtuele wereld. We kunnen ons digitaal voordoen als zakenman, surfer, fitnessleraar, yogadocent, paarse krokodil of als iemand van een ander geslacht. In de metaverse kun je als avatar meerdere identiteiten tegelijkertijd aannemen, zoals je nu eigenlijk op sociale media ook al hebt. 

Je gedigitaliseerde versie

Dit vervagen van de scheidslijn tussen onze digitale en analoge identiteit gaat vermoedelijk rammelen aan de beleving van onze echte identiteit. Wie zijn we zelf? Onze identiteit raakt zo wellicht versnipperd, slingerend tussen de fysieke en gedigitaliseerde versie. In de toekomst voer voor psychologen? Wat betekent dit voor onze mentale gezondheid wanneer je bijvoorbeeld twee uur per dag doorbrengt in de metaverse? 

De volgende stap is dat de metaverse wereld gecreëerd gaat worden door creatieve machines met verbeeldingskracht. Het is over een paar jaar technisch mogelijk met spraakcommando’s een driedimensionale wereld vorm te geven zoals wij het willen. 

Een eigen digitale leefomgeving

Met onze VR-bril op kunnen wij dan commando’s geven aan kunstmatig intelligente software die driedimensionale omgevingen, landschappen creëert. “Maak een omgeving met zee en strand en palmbomen met een blauwe lucht met vogels in de lucht, mensen op het strand, spelende kinderen in het water op een zonnige dag met het geluid van kletsen de mensen in rinkelen van glazen.” De software gaat het maken. 

Zo worden we de schepper van onze eigen digitale wereld, een soort God in onze unieke individuele leefwereld. Ontkoppeld van andere mensen, van iedereen. Als de ultieme vormgever van onze eigen digitale leefomgeving.

Mentale psychedelica

Binnen handbereik komt niet alleen het vermogen naar een prachtige, zelfverzonnen vakantieplaats te gaan. Dankzij kunstmatig intelligente software kunnen we ook toekomstige scenario’s voor ons laten visualiseren om ons op nieuwe ideeën te brengen. 

Dit soort systemen zullen ons ook terug kunnen brengen naar het verleden. Misschien zelfs naar onze jeugd, waarin we uitgebreid kunnen beschrijven hoe ons ouderlijk huis er uitziet. Om ons op deze wijze met nieuwe ogen te laten kijken naar de situatie uit het verleden. In zo’n virtuele wereld kunnen wij op deze wijze situaties uit het verleden laten beschouwen en wellicht herbeleven, zelfs als ze ver achter ons liggen. Zou dit een geschikt middel zijn om trauma’s op te lossen? Wie weet.

Wanneer wij met natuurlijke taal in staat zijn driedimensionale virtuele werelden om ons heen vorm te geven, zijn we schepper van onze eigen toekomstbeelden en verleden. Dan kunnen we ons verplaatsen naar situaties die emotioneel prettig voor ons zijn en zo de grillige, onprettige, complexe, soms pijnlijke fysieke wereld ontvluchten. De machines met verbeeldingskracht helpen ons te ontsnappen aan de donkere kant van het leven. Software is dan in staat ‘mentale psychedelica’ te creëren. De toegangspoort te maken naar de virtuele droomwereld, losgekoppeld van het fysieke zijn. Maar wat zou dat betekenen voor onze mentale gezondheid? Voor onze beleving van de fysieke wereld? Zullen langzaam steeds meer afscheid nemen van onze fysieke wereld? Steeds meer desinteresse voor ons aardse bestaan?

Waardering

Voor mijzelf geldt dit overigens helemaal niet. Ik ben juist in het afgelopen jaar de fysieke leefwereld enorm gaan herwaarderen. Nog nooit ben ik zoveel aan het wandelen en aan het fietsen geweest in de natuur, in het bos, op het strand, in de wind en in de regen.

Afgelopen zomer zat ik op een bankje net buiten de stad Groningen te kijken naar een kudde schapen die zich te goed deden aan gras en bereklauw. Ik hoorde het knarsen van hun tanden, het smakken van hun lippen en hun geblaat. Ik rook de kruiden en voelde op mijn huid de warme zomerwind en het schijnen van de zon. Achter mij kabbelde het Eemskanaal en het werd mij opeens glashelder. 

Hoeveel moeite we ook gaan steken in de metaverse, beter dan dit wordt het niet. Alle zintuigen op een prettige manier synchroon geprikkeld, helemaal in het hier en nu met mijzelf. Met mijn fysieke verschijningsvorm. In contact met mezelf en mijn omgeving. In verbinding met alles. 

Koester de fysieke wereld

Deze fysieke wereld moeten we koesteren. We moeten ons bewust worden de gevolgen van de steeds dunner wordende scheidslijn tussen de digitale en de fysieke wereld. Deze technologische beweging moet ook een aanzet zijn tot actie. We moeten willen behouden wat ons dierbaar is en dat betekent niet alleen goed zorgen voor onze fysieke leven omgeving, maar ook voor onszelf en voor anderen.

We moeten zuinig zijn op lucht, aarde, water, natuur. Zuinig zijn op de relatie die we hebben met anderen. Niet alleen familie, vrienden en kennissen, maar ook de onbekende medemens. En verder in contact blijven met wie wij zelf zijn als mensen. Met ons fysieke lijf en zijn binnenwereld, want dat is de plaats waar alles gebeurt. Herinneringen, emoties, sensaties, zintuigen, intuïtie, antennes, die ons verbinden met de wereld en het universum. Het is een prachtig geschenk, waar we zuinig op moeten zijn.

De notie van de steeds dunner wordende scheidslijn tussen mens en machine, tussen de digitale in de fysieke wereld moet dus ook een call-to-action zijn voor ons mensen om onze eigen fysieke leefwereld en onze menselijke binnenwereld iedere dag beter, mooier, vriendelijker en gezonder te maken. Namasté.