Vragen? Bel 06 – 160 749 53 of mail mij info@jarnoduursma.nl

Vragen? Bel of mail mij

Wat is Web3?

Web3 is een gedecentraliseerde versie van het internet waarbij de uiteindelijke regie niet ligt bij grote technologiebedrijven, maar bij internetgebruikers. Het is een gedachtegoed wat wereldwijd leeft. Het is een toekomstvisie waar momenteel veel belangstelling voor is en actief aan gewerkt wordt.

In Web3 worden protocollen, internetinfrastructuur, platforms en apps gebouwd vanuit een decentraal gedachtengoed. Blockchaintechnologie, cryptotokens en NFT’s spelen in Web3 een belangrijke rol.

Wat is Web3? Wat zijn de kansen, voordelen, belemmeringen en wat is de kritiek. Dat zal ik uitleggen. Laten we allereerst even kijken naar wat het internet ook alweer is (geworden) voordat ik uitleg wat Web3 is.

Over de auteur: Jarno Duursma is technologie-expert, auteur en spreker op het gebied van digitale technologie. Maker van de ‘Listening to the future’ tech-podcast en regelmatig te zien en te horen in de landelijke media.

Het internet

Inmiddels bestaat het huidige internet meer dan 30 jaar. Gedurende deze tijd is het geëvolueerd door verschillende ontwikkelingsstadia. Als deze verschillende stadia worden uitgelegd, begrijp je wellicht ook hoe Web3 de toekomst zou kunnen zijn van onze gezamenlijke internetervaring.

Web1

Web1 is het ouderwetse, statische internet. Zeg maar van 1995-2005. Internetdiensten werden gebouwd op open protocollen zoals TCP, IP, SMTP en http. Dit is het fundament van het ecosysteem van het huidige internet. Deze protocollen zijn destijds bedacht door overheidsinstellingen, universiteiten en non-profit organisaties. Belangrijk is: niemand is de baas over deze protocollen. Omdat niemand de baas is, is het erg uitnodigend om deze protocollen te gebruiken. Niemand kan immers je toegang blokkeren of opeens heel veel geld gaan vragen voor het gebruik ervan. Deze protocollen zijn echter niet perfect: je data is niet vanzelfsprekend privé.

Mensen konden op Web1 plaatjes kijken, teksten lezen, op links klikken en zo naar andere aanbieders van teksten en plaatjes gaan. Het internet leek meer op een digitale Gouden Gids met zoekmachines als Ilse, AltaVista en Startpagina. Video en audio, het bestond wel, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Gebruikers konden klikken op links, maar er was nog geen interactie. Bedrijven als Google en Facebook domineerden nog niet dit internet, zoals ze tegenwoordig doen.

 

Web2

In Web2, het  tweede tijdperk van het internet, begonnen bedrijven een tweede laag van gesloten protocollen te bouwen op de open protocollen. Deze tweede fase wordt ook wel ‘the web as a platform’, of ‘het sociale internet’ genoemd. Mensen konden zelfgemaakte content met elkaar delen via verschillende sociale media-kanalen. Denk aan content als foto’s, video en audio en aan platforms als Facebook, Twitter en YouTube.

Verder was iedereen in staat een eigen blog te schrijven en zijn eigen uitgever te worden. Grote sociale mediabedrijven maakten het makkelijk om je eigen content te plaatsen. Het was (en is) het tijdperk van likes, influencers, livestreaming en vloggers.

Het grote nadeel is echter dat er in deze tijd een centralisatie van macht plaatsvond. Door het zogenaamde netwerkeffect (iedereen gaat daar naartoe waar iedereen gaat) werden een paar bedrijven heel erg groot: Facebook, Google, Amazon etc. Mensen trekken weer mensen aan en zo ontstond het vliegwiel van ‘Winner takes all’.

Het netwerkeffect en de bijbehorende centralisatie betekent ook dat onze data in handen is gekomen van deze grote technologiebedrijven. Zij verdienen aan het verzamelen en het verkopen van onze data. En aan het verkopen van advertenties. Wij als gebruikers kunnen deze diensten gratis gebruiken, omdat wij feitelijk het product zijn dat verkocht wordt aan adverteerders.

Een ander nadeel van Web2? Technologiebedrijven weten wat we doen op het internet, waar we zijn, wat we kopen en ze kennen onze financiële transacties. En omdat grote technologiebedrijven zoveel data bezitten, kunnen de advertenties bijvoorbeeld steeds gerichter worden getoond en kunnen klanten steeds beter worden beïnvloed richting commerciële doelstellingen. Ongeacht welke invloed dit op ons als mens en samenleving heeft. Advertentie-inkomsten zijn het hoogste doel. Welke impact dat ook op ons heeft.

Een ander nadeel van Web2 is dat de grote technologiebedrijven je content kunnen blokkeren: je online bereik is afhankelijk van grotere platforms. Dit hebben we ook gezien tijdens de coronapandemie: grote hoeveelheden video’s, blogs en posts werden verwijderd door de social media-bedrijven.

Dit gaat heel erg in tegen de eerste idealen van het open web: open en vrij toegankelijk voor iedereen.

Daar komt bij: de grote platformen bepalen ook erg sterk de regels over hoe het internet er voor ons allemaal uit moet komen te zien. Ze zitten zowel op de stoel van rechter, jury als politie. En dat is kwalijk. Ze hebben gewoon teveel macht. En daar komt Web3 om de hoek kijken.

Web3

Web3 gaat (in de vervolmaakte vorm) over het toekomstige decentrale internet, waarbij autonomie en privacy een belangrijke rol spelen. Daarbij blijven data, spullen en identiteit helemaal van jezelf en komen niet langer in handen van grote tech-bedrijven.

Web3 is dus mede een reactie op de ‘walled garden’-ecosystemen die platforms als Facebook, Apple en YouTube hebben gecreëerd, waardoor de data van mensen wordt geoogst, hun privacy wordt geschonden en gebruikers maar beperkt hun eigen content kunnen beheren. Het uiteindelijke doel van de bouwers van Web3 is dus om de regie van het internet terug te geven aan de internetgebruikers en Big Tech bedrijven buitenspel te zetten, Dit wordt technisch allemaal mogelijk dankzij blockchain en aanverwante technologieën. Denk aan cryptovaluta, decentrale applicaties, slimme contracten, tokens en decentrale autonome organisaties (DAO’s).

Daarom wordt Web3 ook wel ‘het internet, de blockchain editie’ genoemd.

Maar Web3 wordt ook wel ‘het internet van waarde’ genoemd, omdat je makkelijk met cryptotokens financiële waarde kunt uitwisselen. Denk aan betalingen voor bepaalde diensten, producten of digitale spullen. En zonder bank of tussenpersoon vanzelfsprekend. Je bent immers je eigen bank met je eigen digitale portefeuille.

In Web3 betaal je met cryptotokens of cryptovaluta voor je diensten en services op het internet. Andersom kun jij ook betaald krijgen voor wat je op het internet plaatst. Web3 past heel erg in de stroming van financialization of everything, maar daarover later meer.  

Het internet als autonoom systeem voor het uitwisselen van (financiële) waarde. Die gedachte alleen maakt veel gebruikers enthousiast en nieuwsgierig naar Web3!

 

Web3 zou in theorie heel groot kunnen worden omdat het vliegwieleffect van Web 3 heel groot zouden kunnen zijn. Het uitgangspunt is namelijk dat je als ecosysteem (als collectief) bouwt aan iets gemeenschappelijks, dus niet aan een product van een commercieel bedrijf. Iedereen draagt bij aan een systeem waarin de autonomie van de gebruiker centraal staat. En hoe meer mensen meedoen vanuit ideologie of financiële overwegingen, hoe meer ontwikkelaars hun apps willen bouwen voor dit ecosysteem, wat weer aantrekkelijk is voor gebruikers.

Omdat web3 (in het ideale geval) opereert zonder tussenpersonen, zijn de onderlinge beloning tussen gebruikers en contentmakers op elkaar afgestemd, in lijn met elkaar. Ook dat kan zorgen voor een vliegwieleffect.

Samengevat: 

  • Web1 = read.
  • Web2 = read+write.
  • Web3 = read+write+own.

 

Onderdelen van Web3

Er zijn vijf aspecten die je even moet snappen om de kern van Web3 te doorgronden:

  1. Blockchain
  2. Self-Sovereign Identity (SSI)
  3. Non Fungible Tokens (NFT)
  4. Decentralized Apps (dApps)
  5. Decentralized Autonomous Organization (DAO).

1. Blockchain

Blockchain is een transactietechnologie. Het is een computernetwerk dat zo in elkaar zit dat het technisch en praktisch onmogelijk is iets te wijzigen aan de data die aan een blockchain-netwerk toegevoegd is. Blockchain heeft geen eigenaar. Het is een netwerk van computers zonder centrale verzamelplek en wordt daarom ‘decentraal’ genoemd. Omdat alle computers in het blockchain netwerk dezelfde informatie bezitten als andere computers, kan een gebruiker of hacker niet ongemerkt of heimelijk informatie toevoegen of weghalen. De transacties in een decentrale blockchain zijn door alle gebruikers te zien en te verifiëren.

2. SSI / Self-Sovereign Identity

SSI is een ander belangrijk aspect van Web3. Het houdt in dat je de opslag en beheer van je digitale identiteit zelf kunt beheren, zonder afhankelijk te zijn van externe aanbieders. Je deelt als gebruiker dan enkel (en selectief) je gegevens met partijen waarmee je samenwerkt. De ‘Log in met Facebook’-knop is niet meer nodig, want je beheert zelf je gegevens. Je data kan niet meer verzameld en verkocht worden zonder dat je er zelf aan verdient.

Nogmaals: Dat betekent wel dat je af en toe moet betalen voor bepaalde zaken die nu nog ‘gratis’ zijn. Alles op internet kost immers uiteindelijk geld. Bij Web2 betaal je daarvoor met je eigen data die je prijsgeeft. Deze gegevens worden door Facebook en consorten verkocht aan bedrijven voor advertenties en verdienen daar geld mee. Bij Web3 merk je dus dat je zélf betaalt om dingen te doen op het internet.

3. NFT Non fungible Token

Een NFT is een Non-Fungible Token: een niet- inwisselbaar, onvervangbaar digitaal eigendomscertificaat. Dit certificaat kun je digitaal creëren en koppelen aan een digitaal object (zoals een afbeelding) en dat registreer je vervolgens in een blockchain. Dat kan bijvoorbeeld Ethereum, Solana, WAX , Polygon of Waves zijn. Deze registratie is daarnaast ook gekoppeld aan jouw eigen digitale cryptoportemonnee. Omdat je in deze digitale portemonnee een digitale sleutel hebt (die hoort bij die specifieke NFT) kun je bewijzen dat de NFT jouw eigendom is. De rest van de wereld kan ook zien dat jij de eigenaar bent omdat de registratie van je NFT in de openbare blockchain staat. Mensen kunnen dat zien, maar niemand kan die registratie wijzigen.

Voor de volledigheid: Een NFT is niet een afbeelding, MP3 of video. Een NFT verwijst naar het bestand dat ergens op het internet staat. Een NFT is dus een pointer naar een extern bestand. In het certificaat staat die verwijzing inclusief de verwijzing naar de eigenaar.

NFT’s worden onderdeel van het toekomstige driedimensionale internet, de metaverse. Daar wordt het waarschijnlijk mogelijk om je NFT’s van de ene wereld naar de andere te verplaatsten.

 

4. Gedecentraliseerde App (dApps)

Een gedecentraliseerde applicatie (dApp) is een app die autonoom kan functioneren, meestal door het gebruik van slimme computer programmaatjes (‘slimme contracten’) op een gedecentraliseerd blockchain-netwerk. (Momenteel volgt het overgrote meerderheid van alle normale apps nog een gecentraliseerd server-client model. Deze apps zijn daarmee direct afhankelijk van een centrale partij. Facebook, Amazon, Google, en elke andere mainstream internetdienst maken gebruik van dit model.)
Gedecentraliseerd betekent dat geen enkel onderdeel in het netwerk (node) een ánder onderdeel instructies geeft over wat te doen. Ook is het een meerwaarde dat als één node in het netwerk faalt, het netwerk nog steeds in staat is te functioneren. Er is geen single point of failure. De meeste dApp-software is gebaseerd op open source, waarbij de code van hun smart contracts publiekelijk beschikbaar is.

dApps genereren meestal hun eigen tokens. Die tokens heb je vaak nodig om de app te kunnen gebruiken. Soms moet je een vergoeding betalen om het slimme contract van de dApp te mogen gebruiken (gas). DApps zijn onderverdeeld in meerdere categorieën: exchanges, games, wallet, identity en finance. Gedecentraliseerde financiële dienstverlening, of DeFi is een manier van decentraal financieren die niet is gebaseerd op traditioneel centraal bankieren. Bij DeFi zijn er geen financiële tussenpersonen zoals banken of wisselkantoren. Financiële diensten die momenteel al worden aangeboden zijn sparen, uitlenen, verzekeren en verhandelen van valuta.

Sushi.com, PancakeSwap.finance, UniSwap.info zijn DeFi bedrijven waarbij de gebruiker moet verbinden via een web3-wallet zoals MetaMask om zijn identiteit te verifiëren.

5. DAO / Decentralized Autonomous Organization

In een decentrale autonome organisatie zijn een aantal processen binnen een organisatie vastgelegd in computercode. Een DAO is een manier van organiseren waarbij de uitvoering van afspraken en regels (gedeeltelijk) wordt uitgevoerd door computersoftware. Mensen moeten vaak nog wel gewoon onderling afspraken maken en deze vastleggen in computercode.

Hoe kom je op Web3?

Om zelf iets te doen met web3 moet je een webbrowser hebben die daar iets mee kan. Een gewone browser, zoals Firefox of Chrome, kan daar nu nog niks mee. Je moet dan een extra programmaatje installeren dat zorgt voor communicatie tussen de blockchain die je wil gebruiken en de browser. Sommige browsers hebben dat al ingebouwd, zoals Opera met een ingebouwde digitale portefeuille of cryptowallet. Dat is een stukje software in je browser die contact maakt met een blockchain waar jouw tokens of NFT’s staan.

Voordelen van Web3

1. Eigenaar van je eigen data

Uiteindelijk lijkt Web3 in zijn ideale vorm een soort utopisch internet te zijn dat alle gebruikers, alle gegevens, alle netwerken – alle belanghebbenden dus – gelijk behandelt. Je bent eigenaar van je eigen data. Je beslist zelf met wie je je data deelt. Je hebt dus veel meer regie.

Omdat Web3 waarde-uitwisseling faciliteert middels cryptotokens en cryptovaluta heb je ook de mogelijkheid om financieel te profiteren van je eigen social media-uitingen. Gebruikers van sociale media krijgen nu immers vrijwel niets terug voor hun creatieve bijdragen aan het internet. Wanneer je een virale video plaatst op YouTube of TikTok gaan de opbrengsten naar de platforms. In Web3 gaan deze (nogmaals, in de ideale versie) grotendeels naar de gebruiker.

2. Tegengas tegen Big Tech

Grote technologiebedrijven hebben op het moment bijzonder veel macht op het internet. Dat heeft allerlei nadelen: het verkopen van onze persoonlijke data, manipulatie, toepassen van hoge prijzen, misbruik van macht, het toepassen van censuur en soms het uitoefenen van censuur bij het nieuws. Web3-enthousiastelingen willen dit tegengaan.

Je kunt de Web3-beweging dan ook beschouwen als een soort beweging tegen monopolie en kartelvorming.

3. Interoperabiliteit van gegevens

Met een gedecentraliseerd netwerk en open source software en technologie is het veel makkelijker voor verschillende applicaties om op verschillende platforms, netwerken en apparaten te functioneren.

4. Geen controle / supervisie

Omdat Web3 technisch geen ‘grenswachten’ kent, heeft Iedereen toegang, ongeacht woonplaats, geslacht, etniciteit, inkomsten, leeftijd et cetera. Dat is fantastisch nieuws voor professionals, critici, journalisten en dissidenten. Zonder regulering vanuit de overheid of commerciële berichten kunnen zij hun onthullingen, wetenswaardigheden delen met de rest van de wereld.

Belemmeringen

Web3 is nog in het prille begin van haar ontwikkeling. Het staat in de kinderschoenen en is zeker nog geen volwassen ecosysteem. Er zijn bijvoorbeeld behoorlijk wat belemmeringen die opgelost moeten worden:

Gebruiksvriendelijkheid

De toepassingen op het gebied van Web 3 zijn over het algemeen nog niet gebruiksvriendelijk te noemen. Voor sommige applicaties is zelfs een behoorlijke technische kennis vereist. Om door te dringen tot gebruik voor de massa zal dit probleem moeten worden opgelost. Daar komt bij: mensen zullen niet hun eigen servers gaan draaien om daarop hun eigen data en toepassingen te herbergen. Een server is in dit geval een soort aparte thuiscomputer waarop je je eigen webmail, data-identiteit, bestanden en website opslaat en beschikbaar maakt. Gebruikers worden dan zelf verantwoordelijk voor het bewaren van digitale privé-sleutels, het beschermen van hun identiteit en het oplossen van andere beveiligingsproblemen.

Dat kon nog wel eens lastig worden. Niet iedereen is een nerd. Dan zou je nog kunnen beargumenteren dat de Web3 oplossingen gebruiksvriendelijker zullen worden na verloop van tijd (wat ook zo is), maar dan rijst de vraag: is dat nog op tijd? Zullen nieuwe toepassingen dan niet al lang geclaimd zijn door gecentraliseerde diensten? Zullen gebruikers de overstap maken?

De uiteindelijke vraag is natuurlijk ook in hoeverre het gebruikers iets uitmaakt of hun toepassingen draaien op ‘Web2’ of ‘Web3’. Zullen ze uiteindelijk niet liever kiezen voor het gebruikersgemak en snelheid van centrale toepassingen? We’ll see.

“People do not want to run their own servers, and never will.” (Moxie Marlinspike, oprichter messaging app Signal).

Het is in de huidige dagelijkse praktijk gewoon gemakkelijker, goedkoper en praktischer om je servers uit te besteden aan bedrijven die servers op grote schaal kunnen beheren en zeer gespecialiseerd daarin zijn. Web3 moet het dus (nog) hebben van de ideologie.

Schaalbaarheid

Een decentraal computernetwerk heeft voordelen, zoals hierboven beschreven, maar heeft ook nadelen. Zeker In de huidige constructie is de huidige infrastructuur nog niet geschikt om grote hoeveelheden transacties aan te kunnen. Daar komt bij: veel van de huidige blockchainoplossingen zijn nog veel te traag en relatief duur. Wanneer ze snel en goedkoop zijn is dan vervolgens de vraag: hoe decentraal zijn ze?

Natuurlijk worden er oplossingen gebouwd, bijvoorbeeld om sommige transacties wel of niet op de blockchain plaats te laten vinden (on-chain /offchain). Ik ken echter nog geen infrastructuur die is getest op miljoenen transacties per seconde. Ook dat is dus nog in ontwikkeling.

Kritiek op Web3

Wanneer je kijkt naar de voordelen van Web3, dan is er zeker op het ideologische eindperspectief niks aan te merken. Toch worden de huidige ontwikkelingen op meerdere plekken ook ontvangen met kritiek en scepsis. Een kort overzicht.

1. Hoe decentraal is Web3?

Het belangrijkste kenmerk en voordeel van het toekomstige Web3 toekomstperspectief is ‘decentralisatie’.

Sceptici van Web3 wijzen er echter op dat decentralisatie juist ook een van de grondbeginselen is van het huidige internet. Dat is niet iets wat specifiek bereikt wordt met ‘de blockchain’. Wel staat bij Web3 privacy hoog in het vaandel, dat is een voordeel.

Maar wanneer je kritisch kijkt, kun je je ook afvragen; hoe decentraal zijn de huidige toepassingen van Web3 eigenlijk?

Er zijn bedrijven (zoals Infura of Alchemy) die diensten leveren voor Web3-bedrijven. Zij leveren bijvoorbeeld Ethereum nodes: computers die deelnemen aan het Ethereum blockchainnetwerk. Web3-bedrijven hoeven dan zelf geen tijd te besteden aan het onderhouden en beheren van hun eigen nodes. Maar door deze diensten komt de infrastructuur van Web3 weer in handen van een of meer grote centrale spelers. En dat is toch juist onwenselijk?

Bijna alle Ethereum-apps gebruiken dit soort diensten om te communiceren met de Ethereum blockchain, zoals de bekende cryptoportemonnee MetaMask. (Een cryptoportemonnee is een soort digitale kluis, bijvoorbeeld in je browser of op een externe USB stick. Daar kun je je NFT’s, cryptovaluta of je .eth domeinnaam in opslaan).

Het gebruiken van een centrale dienst levert de Metamask crytoportemonnee snelheid en gebruikersgemak op, maar maakt de infrastructuur dus gecentraliseerd.

Web3 enthousiastelingen voeren als tegenargument aan dat de huidige gecentraliseerde infrastructuur van het internet alleen dient als tijdelijke ondersteuning, totdat een echte gedecentraliseerde infrastructuur is gebouwd om uiteindelijk Web3 op te baseren. Dit impliceert dat de huidige gecentraliseerde componenten dus tijdelijk zullen worden gebruikt (bijv. gecentraliseerde cloudopslagdiensten, gecentraliseerde blockchain-tools en exchanges), maar later zullen worden ingeruild voor gedecentraliseerde alternatieven, naarmate het Web3-ecosysteem volwassener wordt en zich verder ontwikkelt.

Dat valt te bezien. Als een software-toepassing echt gedecentraliseerd is, zijn ontwikkelingen traag en is het erg moeilijk om snel de nuttige  veranderingen aan te brengen. Gevolg: onderontwikkelde software. Gecentraliseerde organisaties (Facebook, Amazon, Google, Oracle, IBM, Microsoft) zijn echter in staat om snel te schakelen. Dit soort grote bedrijven winnen het op snelheid en als nel op kwaliteit. De vraag is of gebruikers na verloop van tijd uit ideologie nog gaan switchen naar Web3 toepassingen, of uit gemakzucht blijven hangen bij de ‘tijdelijke’ oplossingen.

Dit principe geldt met name bij een platform is waar vraag en aanbod verzameld zijn. Het zogenaamde netwerkeffect.

2. Netwerkeffect

Je kunt naar de decentralisatie kijken vanuit een technisch perspectief. Je kunt er echter ook naar kijken vanuit het oogpunt van het netwerkeffect. Dat betekent dat grotere platforms steeds meer gebruikers aantrekken ‘omdat iedereen er zit’. Grote platforms hebben de gebruikers, de klanten, het volume. En je wilt als gebruiker immers zijn waar je vrienden, klanten, collega’s en vakgenoten zitten (zonder gedoe, met veel gebruikersgemak).

Dit principe kennen we natuurlijk maar al te goed uit de Web2-wereld. Het zorgde in het verleden voor de groei en macht van alle sociale netwerken, zoals Facebook, Youtube en Twitter.
Het netwerkeffect speelt nu echter ook in de Web3-wereld. NFT-marktplaats Opensea handelt bijvoorbeeld 92% van al het NFT-verkeer af.

Nogmaals: dat lijkt toch echt op het principe van centralisatie dat we zo graag willen vermijden. Er zijn in het verleden ook echt wel Web2 alternatieven geweest zoals Mastodon als alternatief voor Twitter, maar ‘decentralisatie’ is voor veel gebruikers geen reden om hun bestaande volgers achter te laten en over te stappen. Most people don’t care.

Het netwerkeffect zal grip hebben en houden op de Web3 wereld. Bestaande weeffouten van Web2 worden daarmee wellicht herhaald in Web3.

3. Venture capital

Over Twitter gesproken: Jack Dorsey, de oprichter van dit platform, heeft al langere tijd kritiek op de bestaande ontwikkeling van Web3-toepassingen. Hij kijkt met zorg naar de sterk toegenomen belangstelling van investeerders die geld steken in Web3-bedrijven. Hij stipt terecht aan dat wanneer een durfkapitalist instapt in een bedrijf, de wensen van de gebruiker niet meer centraal staan, Maar de wensen van de investeerder. Investeerders staan bijvoorbeeld vaak helemaal niet te popelen om de gebruikers een self soevereign identity te geven en de mogelijkheid om hun privacy te beschermen. Dat druist immers in tegen het verdienmodel van de verkoop van persoonlijke data en het gepersonaliseerde advertentiemodel.

We zien dat vaker: centralisatie bij decentrale toepassingen. Dan komt de regie van de strategische koers vaker te liggen bij een commerciële partij. We zien bijvoorbeeld dat relatief veel van de cryptotokens die Web3-projecten (voor betaling en bestuur) bezitten, in handen zijn van de eigenaren of durfkapitalisten.

4. Behoefte aan regulering

Web3-sceptici wijzen er ook op dat het decentrale karakter en bijbehorende anonieme karakter van Web3 wellicht als nadeel heeft dat gebruikers weinig bescherming ontvangen tegen fraude, diefstal, pesten, intimidatie en andere cybermisdrijven. Door de onwrikbaarheid van de blockchain kunnen frauduleuze transacties bijvoorbeeld niet ongedaan worden gemaakt en kan verduisterd geld niet worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar.

Wanneer alle diensten, services en producten van Web3 écht gedecentraliseerd zouden zijn, waar moet je dan een klacht indienen wanneer je ontevreden bent? Wie gaat je helpen wanneer iets niet werkt? Waar kan je naartoe wanneer je password zoek is? Mensen hebben in de dagelijkse praktijk wellicht liever dat de regie in handen is van een centraal bedrijf met een klantenservice, dan dat ze alles zelf moet regelen.

Gebruikers moeten leren wat digitale portefeuilles zijn, hoe publieke en private sleutels werken en hoe cyberbeveiliging werkt. Ze moeten weten hoe een phishing aanval werkt en dat ze nooit hun private sleutel aan derden moeten geven. Gaat het op tijd lukken om aan iedereen deze kennis over te brengen?

5. Belasting milieu

Er is al veel gesproken over de klimaatbelasting van blockchain-technologie. Dat onderwerp kun je op meerdere manieren aanvliegen. Je kunt het vergelijken met de volledige energieconsumptie van de hele financiële wereld of het gehele internet en dan valt het energieverbruik wel mee. Of je kunt er vanuit gaan dat er klimaatvriendelijke oplossingen gevonden worden voor het energieslurpende mechanisme van de bekendste blockchains, het proof of work consensus mechanisme. Daar kun je ook geruststelling in vinden.

Maar je kunt ook wijzen op de grote hoeveelheid duurzame energie die proof of work gebruikt. En dat deze technologische ontwikkeling ook zorgt voor een groeispurt in duurzaamheidsonderzoek.

Tot op heden kunnen we echter ook vaststellen dat PoW blockchain-technologie bovengemiddeld veel energie kost.

En wanneer we er hypothetisch vanuit zouden gaan dat Web3 ons ‘nieuwe internet’ wordt en dus dezelfde hoeveelheid transacties aan zou moeten kunnen als ons huidige internet, dan gaat dat natuurlijk in de huidige ‘blockchain vorm’ enorme hoeveelheden energie kosten.

Vanzelfsprekend zou je ook kunnen tegenwerpen dat het ‘early days’ is voor Web3. Dat er nog enorm veel ontwikkeld moet worden. Dat is zeker zo. Tegelijkertijd: Bitcoin bestaat al sinds 2009 en Ethereum sinds 2015. In vergelijking met een heel mensenleven is dat nog niet zo lang, maar vanuit het oogpunt van digitale technologie met zijn snelle ontwikkelingen is dat een behoorlijke periode. Wanneer zijn de ‘early days’ voorbij?

De toekomst

De interessante vraag is dus: wanneer zullen we de sterke groei van Web3 gaan zien? Komt er überhaupt een internetversie van Web3? Om maar met dat laatste te beginnen: dat denk ik wel. Na verloop van tijd zal een gedeelte van het huidige internet door evolueren naar een nieuwere versie die een aantal pijnpunten oplost. Dat zal overigens geen abrupte overgang zijn, maar eerder een geleidelijke overvloeiing.

Het Web3-internet van de toekomst is vriendelijk voor onze privacy en autonomie en maakt het mogelijk vele onderdelen van het internet te voorzien van een financiële infrastructuur. Een mogelijkheid om waarde uit te wisselen en financiële prikkels te programmeren. Zo ontstaan nieuwe verdienmodellen.

Hoe Web3 er uiteindelijk uit gaat zien, is nog grotendeels onbekend. In het jaar 1999 konden we ook niet Coinbase, Dumpert, Snapchat en Uber voorspellen. Net zo lastig is het om nu alle praktische toepassingen van het toekomstige Web3 te pinpointen. We zien hoogstens de contouren zien, meer niet.

Maar of de volledige ideologie van Web3 ingelost gaat worden? Dat vraag ik mij af.

Conclusie

Bij alle ontwikkelingen die te maken hebben met Web3, is het goed om de ideale versie op het netvlies te houden. Daarin ben je baas van je eigen data, profiteer je financieel van het uitwisselen van je eigen content (en informatie) en is privacy, autonomie en veiligheid dus gegarandeerd.

Met deze visie In het achterhoofd is het dus ook goed om de huidige sterke commerciële belangstelling van investeerders voor Web3 te onderkennen. Hun doelstellingen zijn niet vaak in lijn met deze ideologie. Ook is het wenselijk dat de Web3-community zowel de bestaande technische belemmeringen als ook de kritiekpunten onder ogen blijft zien. Dat is namelijk de enige juiste koers om de ideale versie van Web3 als eindresultaat te kunnen bouwen.

Web3 zal het de komende jaren moeten hebben van het verhaal. Het narratief. De ideologie. Wanneer een grote groep mensen namelijk bevlogen is over een toekomstbeeld en de bijbehorende technologie, kan er een krachtig vliegwiel ontstaan. Kijk maar naar de ontwikkeling van WordPress: opensourcesoftware om websites te maken. Ooit begonnen als ideologisch project; inmiddels het meest gebruikte contentmanagementsysteem ter wereld. Een ideologische toekomstvisie kan zeer krachtig zijn, zelfs krachtiger dan de macht van investeerders met hele diepe zakken. Wat dus echt niet moet worden onderschat is de kracht die een groep van vrijwilligers en ideologisch gedreven fans kan uitoefenen op een technologische ontwikkeling,

Web3-producten moeten nog wel gebruiksvriendelijk, schaalbaar en snel zijn, willen ze door de massa geadopteerd worden,. De massa heeft nou eenmaal minder affiniteit met self sovereign identity, laat staan dat ze de skills bezitten om technisch complexere toepassingen in het dagelijks leven te gebruiken. Ideologie wordt snel vergeten wanneer mensen ergens moeite voor moeten doen.

Ook daarom zal slechts een deel van wat wellicht ooit Web3 gaat heten decentraal zijn. Centralisatie biedt nou eenmaal voordelen en er zullen ongetwijfeld bedrijven en platforms zijn die Web3 toegankelijk maken voor iedereen. Zij zullen dus vast en zeker onder de motorkap gecentraliseerd zijn. Ook zullen er mensen zijn die bereid zijn om voor het bijbehorende gemak, betrouwbaarheid te betalen.

Misschien staan we aan het begin van een nieuwe internetrevolutie met decentralisatie als uitgangspunt. Misschien brokkelen de grote technologiebedrijven van het huidige tijdperk af en wordt het ideaalbeeld van Web3 steeds meer werkelijkheid. Maar in het sombere scenario blijkt Web3 slechts een marketingtool van bestaande en nieuwe technologiebedrijven te zijn om kapitaal en gebruikers aan te trekken. Het netwerkeffect blijft sterk (because that’s the way things work) en veel blijft dan bij het oude.

Toen ik tien jaar geleden mijn boek over sociale media schreef (oktober 2012, 14 dagen nr.1 managementboek), klonk daarin de sterke behoefte om de poortwachters uit te schakelen. Cutting out the middlemen. In plaats van te wachten tot een platenmaatschappij je een contract geeft, kon je je muziek delen op MySpace (later: Soundcloud of Spotify). In plaats van een tijdschrift te vragen om je verhalen te publiceren, kun je bloggen of Twitteren. In plaats van te worden ingelijfd door een mediabedrijf, kon je YouTuber worden. Maar wat er gebeurde is dat deze platforms de nieuwe poortwachters werden. Zo gaat het (vooralsnog) op het internet. Nieuwe en bestaande tech-bedrijven worden de nieuwe poortwachters. Niet omdat je technisch gezien niet je boeltje kunt oppakken en verdwijnen, maar omdat de alternatieven ver beneden de maat zijn.

Een realistisch scenario van Web3 is dat de stevige community van internet- en crypto-enthousiastelingen ervoor zorgt dat de massa over een paar jaar de beschikking heeft over een handvol nieuwe interessante technologieën waarbij autonomie en privacy centraal staan. Waarbij sommige diensten inderdaad decentraal zijn, maar waarbij de voordelen van centralisatie in sommige groter blijken te zijn dan de behoefte aan autonomie en privacy. We gaan het zien!

Heb je opmerkingen of vragen? Laat het me weten.

Dank aan Ronald Mulder, Mark Vletter, Gert Gritter en Bert Slagter voor het meelezen.